William Lockie

Wie William Lockie zegt, zegt kasjmier: de fijne, zachte wollen stof die gemaakt is van het haar van de kasjmiergeit en van de wilde geit in Tibet. Diep in de Schotse Hooglanden begon William Lockie in een watermolen ruw kasjmier om te toveren in fijn garen. 
 

Volgens Lockie was dat alleen mogelijk door het zachte water van de rivier Teviot die onderlangs zijn molen stroomde. Lockie streefde naar perfectie en nog steeds is dat een obsessie voor het merk. Dat blijkt al uit het feit dat bij het maken van garen  alleen ruwe draden worden gebruikt van het onderhaar van de geit met minimaal 34 mm lengte en een maximale dikte van 16,5 micron, dat is slechts 0,016 millimeter. 
 

De reden hiervoor is dat draden die korter zijn, minder sterk zijn, waardoor het eindproduct makkelijker zijn vorm verliest. Het spreekt dan ook voor zich dat de eindafwerking van alle kleding van William Lockie nog steeds met de hand gebeurt en het merk spreekwoordelijk staat voor topkwaliteit.